Zeer groot geveerd blad, bladeren vormen samen opgaande trechter, bruine geschubde wortelstok, bruine stengel, zeer sterke fors groeiende varen, geschikt voor alle grondsoorten (ook op droge plek), wintergroen, afkomstig uit Europa, Azië en Noord-Amerika, inheems

NIEUW - Mooie, slanke, opgaande varen, smal lichtgroen blad, wintergroen bij zachte winters

Opvallend smal lijnvormig blad met vertakte uiteinden, sierlijk luchtig dubbel geveerd diepgroen blad, robuuste sterke varen, goed windbestendig, geschikt voor alle grondsoorten, wintergroen

Jong lichtgroen blad, tot 120 cm lange veren, zeer groot geelgroenig blad met lange bladsteel, ontvouwend blad met ruw harige schubben, sporenhoopjes op achterkant van het blad afgedekt met niervormig dekvliesje, voor alle grondsoorten, windbeschutte plek i.v.m. bladgrootte, afkomstig uit Noord-Amerika

NIEUW - Zeldzame varen met elegant, regelmatig geveerd blad, spreidende bouw, wintergroen, uit China, Nepal, India en Taiwan

Leerachtig blad dat van koperroze, via oranjebrons verkleurt naar olijfgroen, meestal wintergroen, afkomstig uit Japan en China.

Enkelgeveerd leerachtig breed lancetvormig zachtgroen blad (lijkt op een IJzervaren), oranjebruine naar zwart verkleurende sporen op blad met extra lange steel, wintergroen, licht winterdek aan te raden bij vorst, vrij droge goed gedraineerde grond, afkomstig uit Japan en Oost-Azië.

Enkelgeveerd leerachtig donkergroen blad met korte bladsteel, bladstengel met donkere schubben, opgaande groeiwijze, beschutte plek, humusrijke vochtige grond, afkomstig uit Hawaii, Mexico, Jamaica en het Himalayagebied

Jonge scheuten zijn goudoranje tot geel, enkelgeveerd leerachtig later donkergroen blad met korte bladsteel, bladstengel met donkere schubben, opgaande groeiwijze, beschutte plek, humusrijke vochtige grond, afkomstig uit Hawaii, Mexico, Jamaica en het Himalayagebied

Frisgroen, licht geschubd, blad, (half)wintergroen, goed winterhard